Stichting Merels Wereld: onderzoek naar zeldzame vorm van longkanker

​De Hanzehogeschool doet samen met het Universitair Medisch Centrum Groningen en de Stichting Merels Wereld onderzoek naar een zeldzame vorm van longkanker, de zogeheten ROS1-fusie. Oud-medewerker Hanzehogeschool Merel Hennink heeft deze vorm van longkanker.

​ROS1-longkanker wordt veroorzaakt door een foutje in het menselijk DNA. In 2012 werd de fusie voor het eerst beschreven en jaarlijks krijgen ongeveer veertig mensen in Nederland de diagnose. Bij Merel Hennink werd de diagnose in 2014 gesteld. Ze kreeg te horen dat ze niet te genezen was en statistisch gezien nog één tot drie jaar te leven zou hebben. Dankzij medicatie is Merel er nog en maakt ze zich op allerlei fronten sterk voor mensen met deze zeldzame vorm van longkanker. In 2016 richtte ze Stichting Merels Wereld op, een stichting waarmee ze bekendheid wil creëren over de ROS1-fusie, wil bijdragen aan het verhogen van de overlevingskansen en wil strijden voor een betere kwaliteit van leven voor patiënten met longkanker en in het bijzonder de ROS1-fusie.

Celkweeklab

Op 2 oktober 2018 opende het Instituut voor Life Science & Technology een onderzoeksfaciliteit, het celkweeklab, waar onderzoek naar ROS1-longkanker gedaan wordt. Een patiënt gedreven onderzoek, met Merel Hennink aan het roer.  ‘De ROS1-fusie is zeldzaam, bij minder dan één procent van alle mensen met longkanker is deze fusie aanwezig. Tot op heden werkt een aantal medicijnen, maar na verloop van tijd treedt bij nagenoeg elk medicijn resistentie op. Bij Life Science & Technology wordt onderzoek gedaan naar het ontstaan van medicijnresistentie bij de ROS1-longkanker’, legt Merel uit. ‘Het onderzoek wordt uitgevoerd door het Kenniscentrum Biobased Economy van de Hanzehogeschool in samenwerking met het Universitair Medisch Centrum Groningen. Er studeren studenten af op Merels Wereld en er is een promotiebeurs toegekend. De cirkel onderwijs, onderzoek, praktijk is hiermee rond.’

Promovendus

Christa Dijkhuizen is één van de onderzoekers, en sinds vorig jaar promovendus, die vanaf het begin betrokken is bij het onderzoek naar de ROS1-fusie. ‘We begonnen in het docentenlabje van het Instituut voor Life Science & Technology, dus nog voordat het celkweeklab er überhaupt was. Toen het lab er eenmaal was, konden we echt los en het onderzoek groter opzetten. In eerste instantie zijn we met kleine experimenten gaan kijken hoe we de ROS1-fusie op DNA-niveau konden aantonen. Sinds 1 februari 2021 ben ik bezig met mijn PhD-project en ben ik voor de helft van mijn aanstelling onderzoeker en voor de andere helft docent, en betrek ik dit onderzoek bij practica met derdejaarsstudenten Medische Diagnostiek. Zij doen kleine projecten binnen het grote onderzoek. Binnenkort haken er ook twee afstudeerders aan.’

Puntmutatie

‘De effectiviteit van de remmer wordt aangetast door een puntmutatie‘, legt Christa uit. ‘Dat is een hele kleine verandering in het DNA, die maakt dat de behandeling met die remmer niet meer afdoende is. Alsof de sleutel niet meer op het slot past. Tumorcellen met de puntmutatie kunnen ondanks behandeling weer groeien en zorgen voor ziekteprogressie bij de patiënt. Wij willen weten hoe dat proces op moleculair niveau werkt. We willen weten welke mutaties er optreden en welke mutaties het meest voorkomen en ook welke beschikbare behandelingen nog wel en niet werken. Zo werken we toe naar meer kennis over vervolgbehandeling voor patiënten die resistent zijn geworden voor hun medicijnen. We zijn inmiddels zover dat we het fusiegen, het ROS1 met het stukje gen dat daaraan vastgeplakt zit, hebben geïsoleerd uit cellen. Hierin gaan we puntmutaties aanbrengen en die dan weer terugbrengen in de model-cellijnen om te kijken welk effect de puntmutatie heeft op de activiteit van ROS1 en de tumorcellen. We proberen op deze manier een overzicht te creëren welke remmer z’n effectiviteit verliest bij welke puntmutatie. En dan ook te bepalen welke wel goed werken.’

Lastige techniek

‘Het is een hele lastige techniek, maar als het lukt kunnen we de puntmutaties gaan aanbrengen en ontdekken welke remmer bij welke mutatie werkt, zodat je heel gericht het juiste medicijn kunt inzetten. Uiteindelijk willen we toe naar een gepersonaliseerde behandeling, afhankelijk van welk type mutatie je hebt. Hoe ziet dat gen eruit, welke remmer is geschikt, en ook juist welke remmer is juist absoluut niet geschikt.’

Groningen ROS1-expertisestad

Christa doet het ROS1-onderzoek in samenwerking met het UMCG. Het UMCG onderhoudt het contact met de patiënten en verzamelt het patiëntmateriaal uit Europa om te zien welke genfusies er zijn en hoe vaak ze voorkomen. Daar is een heel netwerk door Europa voor opgezet waarin Merel heel actief is. Merel: ‘Hoe kleiner de groep patiënten, hoe moeilijker het is om onderzoek te doen. Het is voor mij van levensbelang om artsen mee te krijgen in het verkrijgen van patiëntmateriaal. In december ben ik hiervoor nog naar Barcelona geweest. De ziekte kost niet alleen veel, maar brengt ook veel. Ik reis de wereld rond voor de stichting, ontmoet mooie mensen en waardeer het leven veel meer. Op alle bijwerkingen van het medicijn na, ben ik supergezond. Ik gebruik nu al vijf jaar hetzelfde medicijn en op de scan is niets meer te zien. Dat geeft tijd om nieuwe medicijnen te ontwikkelen en te onderzoeken waardoor medicijnresistentie ontstaat. Groningen is hard op weg de ROS1-expertisestad te worden.’

Christa benadrukt hoe belangrijk het is om het onderzoek samen met Merel te doen. ‘Studenten vinden het ontzettend interessant en waardevol dat Merel regelmatig iets komt vertellen. Het is heel anders om onderzoek te doen met een écht iemand dan met een fictieve patiënt. Het is voor ons daarom heel belangrijk om het onderzoek aan Merel gerelateerd te houden.’

Deel dit nieuwsbericht

Jouw Nieuws Hier?

© Meer Gezonde Jaren | 2024
Realisatie: BrandNewFresh.com