[vc_row][vc_column][vc_column_text]Het is een lastig onderwerp om bespreekbaar te maken met ouders, maar de medewerkers van Stichting Kinderopvang Stad Groningen (SKSG) zien elke dag weer dat kinderarmoede in Nederland realiteit is. Zij zien een baby die nog geen fles heeft gekregen of een peuter die honger heeft omdat er geen ontbijt voor hem was.
Kinderen die rondlopen in smoezelige kapotte kleding of een verjaardag die niet gevierd kan worden omdat ouders geen geld hebben voor traktaties. Volgens Marije Pankras, senior pedagogisch medewerker van de SKSG, is armoede onder kinderen al jaren een onzichtbaar probleem. „Ouders schamen zich ervoor dat ze financiële problemen hebben en het eigenlijk niet redden. Toch is het belangrijk om de moed te hebben ermee naar buiten te komen om dit taboe te doorbreken. Alleen zo kan er hulp worden ingeschakeld om een situatie te veranderen.”
Zorgwekkende cijfers
Marije Pankras werkt al twintig jaar bij de Stichting Kinderopvang en vindt dat kinderarmoede meer op de politieke en maatschappelijke kaart moet komen te staan. „Kinderarmoede moeten we erkennen als serieus probleem. Er zijn mensen die zeggen dat armoede helemaal niet bestaat in Nederland. Ik begrijp niet waar dat vandaan komt. Uit onderzoek blijkt dat in Nederland één op de negen kinderen in armoede opgroeit. In Groningen zijn de cijfers nog zorgwekkender. We weten dat in Stad en Ommelanden één op de vijf kinderen opgroeit in een gezin met financiële problemen, met alle gevolgen van dien.”
Betalingsachterstand
Binnen de organisatie van SKSG kijken de medewerkers op welke manier ze kinderen en hun ouders bij kunnen staan. „Als er een betalingsachterstand is, kijken we samen met de ouders hoe we dat gezamenlijk kunnen oplossen. Meestal komen we daar wel uit.”
Alles staat of valt met ouders die bereid zijn om hulp te zoeken. „Ik had laatst een gesprek met een medewerker van het wijkteam hierover. Die zei dat mensen vaak te laat hulp zoeken. Pas als het water hen aan de lippen staat komen ze ermee naar buiten. Vaak zijn de financiële problemen dan al niet meer te overzien. Vroegtijdig aan de bel trekken is in zo’n geval van groot belang.”
Bespreekbaar maken
Medewerkers van de kinderopvang worstelen nog met het vraagstuk hoe de problematiek van armoede met de ouders bespreekbaar te maken. „Hoe doe je dat? Ben je rechtstreeks, en ga je klip en klaar tegen de ouders zeggen dat je vermoedt dat er financiële problemen zijn in een gezin? Of pak je het op een andere manier aan?”
De stichting SKSG heeft als regel dat als kinderen naar de opvang komen er voldoende voeding is voor baby’s, peuters, kleuters en oudere kinderen. „We hebben alles hier”, zegt Marije Pankras. „Luiers en eten. Ouders hoeven niets mee te geven. Dat is niet overal zo. Bij andere opvangorganisaties of scholen moet je wel je eigen eten meenemen. Met als gevolg dat er bij sommige kinderen heel weinig, niets of alleen maar snoep in hun trommeltje zit. Heel schrijnend als je dat ziet.”
Eerlijke kans
Pankras vindt het voor de komende jaren van belang om kinderarmoede in samenwerking met wijkteams, scholen, gemeente en ouders aan te pakken. „Wat nodig is, is een open dialoog en meer communicatie. Aan de ouders de boodschap om geen schroom te hebben om hulp te vragen. Dan is het aan de medewerkers van de organisaties om goed te luisteren, signalen op te pikken, preventief te werken en een helpende hand te bieden.”
,,De SKSG is 115 jaar geleden begonnen als organisatie om kinderen van ‘de arme stand’ te helpen. Anno 2019 is er niet zoveel veranderd. Nog zijn er kinderen die te weinig te eten of niet genoeg geld hebben om mee op schoolreis te gaan of een laptop aan te schaffen. Die moeten we ondersteunen, want ook zij hebben recht op een eerlijke kans om in deze maatschappij een plek te verwerven.”
Dit artikel is gepubliceerd in Dagblad van het Noorden in samenwerking met SKSG.[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row]