“Ik moest opnieuw leren moeder te zijn”

In de serie Hoofdzaken vertellen mensen over hun ervaring met een psychische ziekte en wat die ervaring hen heeft gebracht. De serie moedigt openheid over mentale gezondheid aan. Want we zien psychische ziektes misschien niet, ze mogen wel gezien worden. In dit artikel vertelt Ingrid over haar ervaring met depressie en psychose.

Mijn jeugdliefde vertrok op de dag dat onze dochter werd geboren. We waren van onze dertiende tot onze zesentwintigste bij elkaar en ineens stond ik er alleen voor. Tijd om dit verlies te verwerken, had ik niet. Ik was net moeder geworden, stopte mijn verdriet weg en ging door. Ik  vluchtte in een nieuwe relatie en zwangerschap. Een relatie waarin het onderlinge vertrouwen ontbrak. Van huis uit leerde ik geen fouten te maken maar in die relatie maakte ik ze wel. Daar voelde ik me schuldig over. Ik belandde in een depressie.

Door de depressie sliep en at ik slecht. Ik verwaarloosde mezelf, kon niet meer voor mijn dochters zorgen en kwam onder behandeling bij de GGZ. Mijn ouders, zussen en voormalige schoonouders namen de zorg voor mijn kinderen op zich. Toen ik een weekend bij hen was, ging het zo slecht met me dat ik een overdosis nam. Zelf weet ik hier niks meer van. Ik weet alleen dat ik me zó gejaagd, gespannen en bang voelde. Ik wilde van dat gevoel af en vocht weken voor mijn leven.

Twee jaar later stopte ik op aanraden van mijn partner met mijn medicatie. Hij vond dat ik er dik van werd en als ik iets ergs vind, is het dat wel. Door het acuut stoppen met de medicatie schoot ik direct in een manie. Ik leefde in hogere sferen, was extreem vrolijk en kon de hele wereld aan. Ik kocht spullen die verre van noodzakelijk waren. Zelfs een Fries paard, want dat wilde ik mijn hele leven al. Een stal had ik niet. Op de manie volgde een psychose. In beide gevallen heb je geen idee meer wie je bent of wat je doet. Ik werd gedwongen opgenomen. Noodzakelijk, maar een hel! Dat is nu 13 jaar geleden.

In het Universitair Centrum voor Psychiatrie (UCP) van het UMCG werd ik een jaar behandeld. Ik kreeg medicatie en ECT-therapie maar dit leidde tot weinig vooruitgang. Er werd daarom gesproken over begeleid wonen en dat sloeg bij mij in als een bom. Ik vocht keihard om terug te komen in de maatschappij, kreeg thuis ondersteuning vanuit het UCP en probeerde mijn leven weer op te pakken. Het was zwaar. Alsof ik alles weer opnieuw moest leren. Uit bed komen, de kinderen verzorgen én mezelf. Ik moest groeien in al mijn ‘rollen’, van individu tot moeder, kind, zus en vriendin. Ik ben heel dankbaar voor de ondersteuning die ik kreeg. Die heeft van mij weer een mens gemaakt. Ik kreeg een medicijn met de stof quetiapine. Mijn zus had veel gelezen over een medicijn met de stof quetiapine. Dit medicijn werd mijn held, mijn redding.

Mijn ziekte heeft het stempel ‘bipolair’ gekregen. Toch benoem ik dat niet graag. Je schept een stigma, maar tot meer begrip leidt het niet. Mijn ziekte is een hoofdzaak, geen arm- of beenbreuk. Veel mensen kunnen daar niet mee omgaan. Ik heb er vriendschappen door verloren. Op mijn ouders en zussen kan ik wel terugvallen. Zij houden de vinger aan de pols. Mijn allergrootste steun is mijn beste vriendin. Het is belangrijk om naasten om je heen te hebben die je begrijpen.

Rust, reinheid en regelmaat zijn voor mij ook belangrijk. Ik moet goed slapen, eten, drinken en rusten. Dat blijft moeilijk want ik wil zoveel. Ik zet me bijvoorbeeld in voor het project STAIRS. Ik heb het UCP zelf benaderd omdat ik iets wil betekenen voor lotgenoten, maar het blijft moeilijk om over mijn depressie te praten. De angst voor een terugval grijpt me soms naar de keel. Voorlopig gaat het gelukkig goed.

Kort geleden verloor ik mijn vader. Dat was zwaar. Ik heb hem van begin tot eind bijgestaan. Ook na zijn overlijden heb ik alle zorg op me genomen. Dat heeft me diep ontroerd maar ik ben ook trots op mezelf dat ik dat heb kunnen doen. Van zulke zware momenten leer je om overeind te blijven. Ze maken je sterker en zo voel ik me ook. Ik maak vaker keuzes die goed zijn voor mij, waardoor ik meer in balans ben. Mijn geluk hangt niet langer van een ander af. Ik heb geleerd om meer van mezelf te houden en trots op mezelf te zijn. Ik ben uniek. Iedereen is uniek en heeft betekenis in dit leven. We leven in een wereld die zich inspant om een ander van je te maken maar het beste wat je kunt doen, is jezelf zijn.


STAIRS
Mensen die herstellen van een depressie vinden het vaak moeilijk om hun leven weer op te pakken. Ook lopen ze het risico opnieuw depressief te worden. Het programma STAIRS biedt mensen concrete handvatten om weer grip te krijgen én te houden op hun leven.

STAIRS staat voor Storytelling and Training to Advance Individual Recovery Skills. Binnen het project is een belangrijke rol weggelegd voor ervaringsdeskundigen zoals Ingrid: mensen die hersteld zijn van een depressie en die vanuit hun eigen ervaringen kunnen bijdragen aan het herstel van anderen. KennisInZicht schreef een artikel over het project.

Deel dit nieuwsbericht

Jouw Nieuws Hier?

© Meer Gezonde Jaren | 2024
Realisatie: BrandNewFresh.com